Diagnose prostaatkanker

Ieder jaar krijgen ongeveer 12.000 mensen in Nederland de diagnose prostaatkanker te horen. Vaak begint het onderzoek aan de prostaat bij veel mannen omdat ze ongerust zijn. Vaak kent men iemand in de naaste omgeving waarbij prostaatkanker is gediagnosticeerd. Vervolgens is men bang dat men zelf ook prostaatkanker heeft. Veel mannen maken een afspraak bij de huisarts. Ook zijn er veel mannen die bij de huisarts terecht komen omdat ze moeite hebben bij het plassen. De huisarts kan vervolgens onderzoek doen naar de prostaat. Dit kan via een PSA-test of een rectaal toucher.

Bij een rectaal toucher zal de huisarts via de anus met een vinger voelen hoe groot de prostaat is. Hoe groter de prostaat is, hoe groter de kans is dat er sprake is van prostaatkanker. Het is echter zo dat de prostaat bij alle mannen toeneemt naar mate men ouder wordt. Wanneer de prostaat vergroot is, is er in de meeste gevallen spraken van een goedaardige vergroting.

Met een PSA-test meet men de hoeveelheid PSA in het bloed. PSA is een afkorting voor prostaat specifiek antigeen. PSA is een eiwit dat wordt aangemaakt en uitgescheiden door de prostaat. Wanneer de hoeveelheid PSA toe neemt kan dit een aanwijzing zijn voor prostaatkanker. Een verhoogde hoeveelheid PSA hoeft echter niet altijd prostaatkanker als oorzaak te hebben. Dit kan namelijk ook veroorzaakt worden door een goedaardige groei van de prostaat of een ontsteking van de prostaat. In de regel hebben oudere mannen meer kans op een hoge PSA waarde dan jongere mannen. Wanneer de waarde hoger dan vier is, is er spraken van een verhoogde PSA waarde. Vaak wordt men vervolgens doorverwezen naar de uroloog. De uroloog is in staat verder onderzoek naar de prostaat te doen. Verder onderzoek is nodig, gezien de PSA waarde geen uitsluitsel geeft. Wanneer de PSA waarde niet verhoogt is, is er nog steeds een kans van 1,25% op prostaatkanker. Wanneer de PSA waarde wel verhoogt is, is er een kans 20% op prostaatkanker.

De uroloog kan verder onderzoek doen met behulp van een PCA-3 test. Met deze test wordt de hoeveelheid PCA-3 gemeten ná een rectaal toucher. Bij een rectaal toucher komen namelijk mogelijk kankercellen en gezonde cellen in de urine terecht. Het molecuul PCA-3 komt alléén voor bij mannen met prostaatkanker. Wanneer de urine PCA-3 bevat, is er een grote kans dat men prostaatkanker heeft. Dit kan verder bevestigd worden door weefsel van de prostaat te onderzoeken. De uroloog kan met een holle naald een stukje uit de prostaat halen voor onderzoek. Microscopisch onderzoek kan vaststellen of er tumorcellen in het weefsel aanwezig zijn.

Met de diagnose prostaatkanker is wel vast te stellen of iemand het heeft, maar er is niet te voorspellen of er alleen sprake is van een tumor dat langzaam zonder klachtvorming groeit of dat het gaat om een levensbedreigende tumor.